Onder het motto 'act locally, impact globally' verbindt het ARTerial Netwerk meer dan honderd kunstenaars en culturele organisaties in Afrika met elkaar. Informatie uitwisseling en lobbyen moeten de Afrikaanse kunstensector sterker maken. Wat heeft het netwerk de afgelopen jaren betekent voor kunstorganisaties op het continent? Vijf visies uit vijf landen: Ghana, Zuid-Afrika, Zimbabwe, Ethiopië en Egypte. "De kracht zit in de collectieve stem."
Het ARTerial Netwerk bracht in 2007 kunstenaars, culturele organisaties, kunstondernemers en cultuuractivisten bijeen op het Senegalese eiland Gorée. De overtuiging is dat het continent genoeg cultureel kapitaal in huis heeft om bruisende nationale kunstsectoren van te bouwen. Afrikaanse kunst is onderscheidend en onderdeel van het dagelijks leven. Het continent bracht genoeg rolmodellen voort om nieuwe generaties te inspireren.
Bovenaan de lijst met tien prioriteiten van het netwerk staat belangenbehartiging bij de diverse overheden onder het motto 'act locally, impact globally'. ARTerial wil een organisatie van burgerinitiatieven zijn die het gehele continent bestrijkt. Met internationale verdragen in de hand wil zij druk uitoefenen op regeringen zodat die zich aan de afspraken houden die zij in Unesco- of Afrikaans verband maakten. Een voorbeeld is het Nairobi Actie Plan voor Culturele Industrieën dat de ministers van Cultuur in Oktober 2008 in Algiers ondertekenden.
De oprichtingsconferentie van het ARTerial Netwerk in maart 2007 signaleerde een gebrek aan lobbyactiviteiten voor een prominentere plaats van cultuur op nationale politieke agenda's. Daarnaast ontbreekt het aan betrouwbare statistieken over de Afrikaanse kunstsector, aan lokale distributiekanalen en aan degelijke kunstopleidingen. Kennis en informatie vormen daarom een tweede pijler van het ARTerial Netwerk. Het onderzocht de impact van de kunsten op Afrikaanse economieën, lanceerde een website over kunst in Afrika, publiceerde een maandelijkse nieuwsbrief per e-mail en organiseerde cursussen kunstjournalistiek en kunstmarketing. Voorts bracht het deelnemers uit zeventien Afrikaanse landen in Kaapstad bijeen voor een Winterschool over netwerken en belangenbehartiging in de kunsten.
Een ander belangrijk initiatief is de zoektocht naar mogelijkheden om een continentaal fonds voor de kunsten op te zetten. Zo'n Afrikaans cultuurfonds, dat onafhankelijk beoogt te zijn doordat het geld uit verschillende bronnen ontvangt, bestaat nog niet. Unesco heeft een Internationaal Fonds voor Culturele Diversiteit (IFCD) opgezet, maar dat heeft nog geen miljoen dollar te besteden. Daarnaast zijn er regionale fondsen, zoals het fonds van de Economische Unie van West-Afrikaanse Staten (Ecowas) en het Arabische Fonds voor Kunst en Cultuur (AFAC).
De groei van het ARTerial Netwerk was vooral zichtbaar tijdens de tweede conferentie die van 19 tot 21 september 2009 in Johannesburg plaatshad. Het aantal deelnemers is meer dan verdubbeld: er waren nu 114 afgevaardigden uit 28 Afrikaanse landen. Een nieuwgekozen tienkoppig aansturend comité, waarin twee afgevaardigden uit Noord, Oost, West, Centraal en Zuidelijk Afrika zitting hebben, stippelt de komende jaren de koers uit. Een belangrijke taak is het formaliseren van het netwerk; in Johannesburg werd overeenstemming bereikt over het statuut.
Het ARTerial Netwerk ontvangt steun van Hivos , Stichting DOEN , Strømme Foundation , Europese Commissie, Africalia, Danish Centre for Culture and Development en het Africa Cenrer
.