Achille Mbembe is research professor in geschiedenis en politiek aan de Universiteit van Witwatersrand in Johannesburg.

Achille Mbembe: "Donoren hebben een simplistische notie van ontwikkeling"

september 2009 -

"De verstandhouding tussen westerse culturele financieringsinstellingen en plaatselijke kunstenaars en ontvangers is nog nooit zo slecht geweest. In plaats van kunst te maken, zijn veel kunstenaars op het Afrikaanse continent gedwongen een groot deel van hun tijd, energie en intelligentie te stoppen in het invullen van overbodige bureaucratische formulieren, in bedelen, in wanhopige pogingen te voldoen aan voortdurend wijzigend beleid en nieuwe rages, als ze al niet bezig zijn de stemming te peilen bij lichtgeraakte cultureel attachés van westerse consulaten of instellingen waar ze wat ondersteuning van hopen te krijgen. Wat een verspilling."

foto
Achille Mbembe

"We kunnen de onbegrensde macht van de donoren en hun geld en de materiële armoede van de ontvangers wel blijven inkleden in de fraaie taal van 'partnership', 'zelfredzaamheid' of zelfs 'vriendschap'. Maar al die woorden kunnen niet de wreedheid verhelen van de confrontatie tussen zij die geld hebben maar geen goede ideeën, en zij die goede ideeën hebben maar geen geld. Zonder een nieuwe ethiek van erkenning, participatie en wederkerigheid, zal de manier waarop de meeste westerse culturele financierings- (of in dit geval: ontwikkelings-)instellingen in Afrika opereren het vermogen tot autonomie en creativiteit van het continent steeds meer aantasten. Zuid-Afrika heeft de middelen om een krachtig cultuurbeleid te ontwikkelen. Maar het ontbreekt het land aan diepgaande verbeeldingskracht. Het zou zelf een grote biënnale van het zuiden kunnen financieren."

"Johannesburg zou een cultureel en artistiek mekka kunnen worden. Maar de partij die aan het bewind is, het ANC, verwart 'kunst en cultuur' met 'erfgoed en folklore'. Zij houdt zichzelf gevangen in een raciaal denkkader en dat gaat zo ver dat de rassenpolitiek (wie is zwart en wie niet) iedere intrinsieke waarde die aan esthetiek wordt toegekend overschaduwt. Als Zuid-Afrika zijn mogelijkheden volledig wil benutten moet het een 'Afropolitische' natie worden waarin blanke Zuid-Afrikaanse kunstenaars als even Afrikaans worden beschouwd als zwarte. Maar ook hier, helaas, zijn er een aantal westerse donoren die het discriminerende beleid jegens blanke kunstenaars door de vingers zien, omdat ze niet 'Afrikaans' genoeg zouden zijn!"

"De meeste westerse donoren komen naar Afrika met een simplistische notie van 'ontwikkeling'. Ze beschouwen Afrika als een rampgebied, een vruchtbare bodem voor humanitaire interventie. De toekomst maakt geen deel uit van hun theorie over Afrika, als die theorie al bestaat. Afrika is het land van het oneindige heden, het eeuwige moment, waar het hier en nu van meer belang zijn dan het morgen, laat staan de verre toekomst. De functie van kunst is om het moment te vangen en te transcenderen; nieuwe vergezichten te openen naar het nog-niet. Dat is, althans wat mij betreft, de taak van cultuurkritiek. In de huidige omstandigheden, waar miljoenen mensen dagelijks een strijd om het bestaan leveren, is het de taak van cultuur om de weg vrij te maken voor een zekere toepassing van de verbeelding, omdat zonder dat de mensen geen naam en geen stem hebben. Deze strijd, om je naam en je stem te graveren in een structuur van tijd die openstaat naar de toekomst, is heel wezenlijk voor de mens."