Sibongile van Damme is dichter, filosoof en Chief Executive Officer van de South African Heritage Resources Agency, SAHRA.

Sibongile van Damme: "Bureaucraten zoals wij opereren binnen een beperkt mandaat"

september 2009 -

"We zeggen altijd dat er niet genoeg geld is om te doen wat we moeten doen. Zuid-Afrika kent de meest ambitieuze wetgeving en het zal nooit genoeg zijn. Overheden ontwikkelen wetgeving, zien toe op implementatie en leveren financiering, zodat een samenleving kan functioneren en in al zijn rechten en behoeften kan voorzien. Overheden moeten ook internationale verdragen uitvoeren en sommige daarvan bevinden zich in de culturele sfeer. Cultuur is een geglobaliseerd, tastbaar handelsobject geworden. Dat scenario heeft de kunsten in de marge gedrongen, terwijl de tussenpersonen zich het grootste deel toe-eigenen. Terwijl de culturele diplomatie groeit moeten wij afwachtend toekijken wie zij eigenlijk bedient. Als hoofd van een instelling die voortkomt uit deze diplomatieke betrekkingen, vind ik dat financiering die gericht is op mijn instelling moet voorzien in de behoeftes die samenhangen met onze kernactiviteiten en de problemen die opgelost moeten worden. Overheden moeten zich bezighouden met het ontwikkelen van wetgeving en dergelijke."

foto
Sibongile van Damme

"Mensen worden zich meer en meer bewust van hun rechten binnen dergelijke wetgeving. Zij stellen eisen; wij pleiten bij onze overheden voor meer fondsen. Maar we kunnen niet onze handen ineen vouwen, de blik op Pretoria richten, waar onze nationale departementen zijn, en er maar het best van hopen. We moeten zelf met innovatieve strategieën komen en goed functionerende partnerships opzetten. Als instellingen moeten we erkennen wat mogelijk is. Wat onmogelijk is, dáár moeten we over onderhandelen met andere instellingen die eenzelfde doel hebben. Als we willen ontvangen moeten we ook wat geven."

We moeten erkennen dat bureaucraten zoals ik, zakenmensen en vertegenwoordigers van fondsen moeten opereren binnen een beperkt mandaat. Voor ons is het lastig te onderhandelen met centra voor gemeenschapskunst bijvoorbeeld, of met een plaatselijke bevolking die onder moeilijke omstandigheden leeft. Tijdens een recente bijeenkomst, waar we opleidingsgelden probeerden te verwerven voor het beheer van werelderfgoedlocaties, waarschuwde ik mijn collega's dat ze niet moesten zeggen dat we in plaatselijke behoeftes voorzien. We scheuren met onze flitsende four wheel drives over de stoffige wegen van Poffadder, opgetuigd met gouden ringen en Rolex-horloges en we vragen aan blootsvoetse gemeenschappen wat hun behoeftes zijn. Als er een luizenplaag is zeggen ze dat ze shampoo, scheermesjes, strijkijzers en strijkplanken nodig hebben en dat hun huizen moeten worden uitgerookt.

We moeten onze eigen agenda nooit uit het oog verliezen en duidelijk maken wat we kunnen financieren en wat niet. We moeten voor ogen houden dat we met hen onze kerndoelen kunnen bespreken terwijl zij zoveel meer ballen in de lucht moeten houden.

Dit interview kwam tot stand met medewerking van het Centrum Internationale Erfgoedactiviteiten