Binyavanga Wainaina is een Keniaanse schrijver en journalist. In 2002 won hij de Caine literatuurprijs. Hij is medeoprichter van het literaire tijdschrift Kwani?. Momenteel woont hij in Amerika.

Binyavanga Wainaina: Ooit waren we kil en materialistisch - maar die tijd is gelukkig voorbij

september 2009 -

Ngugi wa Thiong'o. Ik heb geprobeerd me door zijn werk te worstelen, maar het probleem was dat ik achttien werd in de jaren tachtig. Ik liep Bubbles Discotheque in Nairobi binnen in mijn tweedehands Hugo Boss-jasje en realiseerde me dat ik niets waard was, want ik had geen glimmend witte colbert met grote schoudervullingen. En ook geen kastanjebruin overhemd. En mijn schouders wisten niet goed hoe ze op en neer moesten.

foto
Binyavanga Wainaina

Mijn beste vriend woonde naast Bubbles Discotheque. Eens, op een verkaterde ochtend, gaf hij me Decolonising the Mind van Ngugi wa Thiong'o om te lezen. Wat een vervelend boek vond ik dat.
Kende Ngugi het inspirerende verhaal van Neneh Cherry? Of wist hij dat de rijkste man van Kenia - Ketan Somaia, de man die Mpumalanga probeerde te kopen - kleren van goud droeg en met beroemdheden op de patio van de Mount Kenya Safari Club zat? Wat deden ze daar op die patio? Ze schonken hun glazen vol en gooiden kledingstukken op de grond en riepen: 'Ohhhh, Ketan, Ketan, laten we naakt gaan dansen!'

Wij gingen uit in Bubbles en stommelden rond in onze glimmendste kleren, en daarna liftten we naar Munyiris Take Away om de smerigste patat ter wereld te eten. Had Ngugi ooit wel eens van Harold Robbins gehoord? Wist hij wat voor hemelbestormende seks je in Los Angeles kon hebben als je cocaïne op je geslachtsdelen smeerde? Las hij wel eens inspirerende literatuur zoals I'll Take Manhattan, waarin een schattige, meisjesachtige mevrouw met czu... cho... chutzpah goede seks had, liefde vond, iemand verrot sloeg die op Alexis Carrington leek en het daarna helemaal maakte in Manhattan? Zelfs het vrijheidsbeeld knipoogde naar haar.

Kende Ngugi Wilbur Smith, die mij en mijn vrienden deed geloven dat alle Afrikanen grote piemels hebben? Drie keer zo groot als die van een blanke, zei Wilbur. En hij kon het weten, want hij hield van Matabeleland. Waarom stond er nooit eens een zeilboot op de achterkant van een boek van Ngugi? Een groot jacht, waarop hij in een wit pak flessen champagne zat leeg te tikken terwijl hij het over Afrodingen had. Wist Ngugi wel dat ik mijn haar had ontkroesd zodat het makkelijker te kammen was? Oh, Ngugi. Het probleem van Ngugi, zo zeiden benauwd kijkende mensen altijd, is dat hij altijd zo idealistisch doet.

En toen ineens was het wereldseizoen van de marktaanbidding voorbij. Ineens kregen mensen een geweten. Als je tegenwoordig een frappuccino drinkt bouw je in feite, met elke slok die je neemt, een meisjesschool in Kabul. Op internet kun je het zelf zien: hups, daar staat weer een muur. Rijke dertigers en veertigers in Accra, Lagos, New York en Kopenhagen smeren ineens niks meer in hun haar, en lezen boeken met titels als Het Geheim van je Ziel of Watersymbolen voor Natuurlijke Gezondheid. Ze liggen in een dure spa en worden ingesmeerd met modder die opgegraven is door gereclasseerde vrouwen uit een tehuis in de Congo.

Ik zag laatst een tv-programma waarin een vrouw naar Los Angeles ging voor een make-over. Ze aarzelde, want ze wilde er 'natuurlijk' uitzien. Uiteindelijk kreeg ze nepwimpers en werd er flink gezaagd en gehamerd, maar toen zag de vrouw er ook wel heel vrij en organisch en lekker uitgewaaid uit. Ik ga tegenwoordig niet meer van huis zonder mijn eigen zak organische koffiebonen, en als ik thuis ben fantaseer ik hoe ik alles ooit zal inrichten met iTables, iChairs, iBathrooms en iToilets die allemaal draadloos verbonden zijn met iTunes.

Marktwerking bepaalt nog steeds ons leven. Onder ons frappuccinogeweten liggen nog steeds miljoenen, miljarden mensen hongerig en boos te zijn. Onze huidige illusie zal in de toekomst ongetwijfeld vervangen worden door een andere - wie weet waar we over tien jaar gelukkig van worden. Ooit kijken we terug op deze tijd, en zullen we onszelf net zo lelijk vinden als Michael Jackson na zijn 38e neusoperatie.